Re-integratieperikelen

Aansprakelijkheid arbodienst

Aanleiding:
De aanleiding van deze zaak is gelegen in het feit dat het UWV de door de werknemer aangevraagde WIA-uitkering weigerde. Voorts besloot het UWV dat de werkgever niet had voldaan aan de re-integratieverplichtingen en legde een loonsanctie op aan de werkgever.

De werkgever heeft vervolgens de arbodienst aansprakelijk gesteld. De werkgever heeft gesteld dat zij schade heeft geleden wegens wanprestatie door de arbodienst.
Tussen de werkgever en de arbodienst bestaat een overeenkomst van opdracht, artikel 7:400 BW e.v. Beoordeeld dient te worden of de arbodienst heeft gehandeld met de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot mag worden verwacht (HR 9 juni 2000, NJ 2000/460).

Standpunt werkgever:
Het verwijt van de werkgever is dat de bedrijfsarts van de arbodienst onjuist advies heeft verstrekt. De werkgever heeft de re-integratie van de werknemer afgestemd op dit onjuiste advies. De bedrijfsarts had ingezet op re-integratie van de werknemer in diens eigen arbeid, terwijl die arbeid een te zware belasting voor de werknemer met zich bracht. De bedrijfsarts had in het kader van de WIA-aanvraag aangegeven dat de werknemer de eigen arbeid zou hebben hervat en dat er geen beperkingen zouden zijn. Volgens de werkgever was er helemaal geen sprake van werkhervatting. De werkgever is van mening dat de bedrijfsarts in het laatste oordeel, in het kader van de WIA-aanvraag, een onjuiste schets heeft gegeven met betrekking tot de werkelijk resultaten van de re-integratie. Voorts heeft het UWV gesteld dat de werkgever niet voldoende heeft gedaan ten behoeve van de re-integratie van de werknemer. Het was volgens het UWV duidelijk dat ingezet had moeten worden op het verrichten van passende arbeid waarbij de klachten van de werknemer in beperkte mate zou worden belast.

Standpunt bedrijfsarts:
De bedrijfsarts stelt dat nimmer is vastgesteld dat de adviezen onjuist waren. De arbodienst heeft evenmin de intentie gehad om een advies uit te brengen dat negatieve gevolgen zou hebben voor de werkgever. De bedrijfsarts heeft enkel haar bevindingen kenbaar gemaakt. Volgens de arbodienst kan het niet zo zijn dat een negatief gevolg van een advies zich tegen de arbodienst keert. Er is tevens sprake van een verschil van inzicht tussen de bedrijfsarts van de arbodienst en de verzekeringsarts van het UWV. De arbodienst stelt dat dit verschil van inzicht haar niet kan worden toegerekend. Tevens stelt de arbodienst niet in te kunnen gaan op de standpunten van de werkgever gelet op de bescherming van de medische gegevens van de werknemer.

Oordeel kantonrechter:
Het oordeel van het UWV is duidelijk. Ten onrechte is het re-integratietraject niet in ingezet op passende arbeid waarbij de klachten van de werknemer zouden worden ontzien. Het was vrij snel duidelijk na de ziekmelding, gelet op de klachten van de werknemer, dat deze niet meer de eigen werkzaamheden kon hervatten. De arbodienst heeft erkend (niet betwist) dat haar advies luidde: re-integratie in eigen arbeid. Tevens is de arbodienst in de procedure niet ingegaan op de stellingen van de werkgever. Het standpunt dat de arbodienst geen inhoudelijk kan reageren gelet op de bescherming van medische gegeven, maakt niet dat de arbodienst in het geheel geen verweer heeft kunnen voeren tegen de standpunten van de werkgever en de stellige reactie van het UWV. Ook het verweer dat de bedrijfsarts louter haar bevindingen kenbaar heeft gemaakt en dat sprake is van een verschil van inzicht tussen de verzekeringsarts en de bedrijfsarts, slaagt niet. Hiermee miskent de arbodienst haar rol.
De kantonrechter is van oordeel dat de arbodienst niet zorgvuldig heeft gehandeld zoals van een arbodienst mag worden verwacht en toerekenbaar tekort is geschoten jegens de werkgever. Een werkgever schakelt nu juist een arbodienst in vanwege de specialistische kennis die nodig is om een zieke werknemer zo succesvol mogelijk te laten re-integreren. Een werkgever mag er hierbij vanuit gaan dat de bedrijfsarts bij de advisering rekening houdt met de beoordeling die het UWV achteraf maakt.

Heeft u vragen over de re-integratie van een zieke werknemer, neemt u dan contact op met één van onze advocaten.

Uitspraak Rechtbank Noord-Holland d.d. 29 oktober 2014:  ECLI:NL:RBNHO:2014:9959

Uitzendkracht en ziekte

Hoge Raad: uitzendovereenkomst eindigt niet zonder meer bij ziekte van de uitzendkracht

Lees verder