Geen winst, lage(re) transitievergoeding

Wanneer een arbeidsovereenkomst twee jaar of langer duurt is bij beëindiging de wettelijk vastgestelde transitievergoeding verschuldigd.

Ingevolge artikel 7:673, lid 2, BW is de transitievergoeding over de eerste 120 maanden van de arbeidsovereenkomst gelijk aan een zesde van het loon per maand voor elke periode van zes maanden dat de arbeidsovereenkomst heeft geduurd en gelijk aan een kwart van het loon per maand voor elke daaropvolgende periode van zes maanden. De transitievergoeding bedraagt maximaal € 75.000,- of een bedrag gelijk aan ten hoogste het loon over twaalf maanden indien dat loon hoger is dan dat bedrag.

Hiervan kan worden afgeweken indien een ondernemer (met minder dan 25 werknemers) aantoont dat hij de afgelopen drie boekjaren een negatief resultaat heeft behaald. In dat geval stelt artikel 7:673d, lid 1, aanhef en onder a, BW dat voor de berekening van de duur van de arbeidsovereenkomst maanden die gelegen zijn voor 1 mei 2013 buiten beschouwing worden gelaten, indien de arbeidsovereenkomst is geëindigd of niet is voortgezet wegens bedrijfseconomische omstandigheden als bedoeld in artikel 7:669, lid 3, onderdeel a, BW die het gevolg zijn van een slechte financiële situatie van de werkgever. ( artikel 24 lid 2 aanhef en onder a Ontslagregeling).

Artikel 24, lid 4, van de Ontslagregeling bepaalt dat indien in een boekjaar aan de eigenaar van de onderneming geen loon is toegekend, voor de toepassing van het tweede lid, onderdeel a, het netto resultaat van de onderneming in dat boekjaar wordt verminderd met het bedrag, bedoeld in artikel 12a, lid 1, aanhef en onder c, van de Wet op de loonbelasting 1964. Dat bedrag bedraagt € 44.000,00. Indien meerdere eigenaren arbeid verrichten ten bate van de onderneming wordt het bedrag voor elk van deze eigenaren in mindering gebracht op het resultaat van de onderneming.

Voor de vaststelling of het netto resultaat in een boekjaar kleiner is dan nul, mag rekening gehouden worden met een bedrag van € 44.000,00 per eigenaar, indien in het boekjaar aan de eigenaar van de onderneming geen loon is toegekend.

In deze zaak stelt de rechtbank vast dat er aan de drie eigenaars van de onderneming (een VOF) geen loon is uitbetaald in 2013 omdat dit niet blijkt uit de balans en verlies- en winstrekening over dat jaar en de bijhorende financiële stukken die de onderneming in het geding heeft gebracht. Wel blijkt daaruit dat er in 2013 door de drie vennoten privéonttrekkingen zijn gedaan ten laste van het vermogen van de onderneming, maar dat is niet hetzelfde als uitbetaling van loon aan hen. Het betreft voorschotten op het uiteindelijk te verdelen resultaat in dat jaar. Dat resultaat bedroeg € 85.927,00. Als daarop € 132.000,00 (drie maal € 44.000,00) in mindering wordt gebracht, resteert een negatief bedrag.

Zie uitspraak

noot Bloem:

Deze drie ondernemers zijn IB-ondernemers en genieten nooit loon uit dienstbetrekking maar winst uit onderneming. Ze leven van hun privéonttrekkingen als voorschot op het te behalen resultaat (winst) uit onderneming. De € 44.000,00 ziet juist op het minimum uit te keren DGA-salaris van een B.V. Een DGA kan privéonttrekkingen doen uit zijn B.V. wat in rekening-courant wordt geboekt.



Uitzendkracht en ziekte

Hoge Raad: uitzendovereenkomst eindigt niet zonder meer bij ziekte van de uitzendkracht

Lees verder