De kantonrechter te Almere heeft besloten om prejudiciële vragen te stellen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU) omtrent de pre-pack rondom het faillissement van Estro Groep B.V. De kantonrechter vraagt hoe dit faillissement zich verhoudt tot de Europese jurisprudentie en regelgeving.
Voor wat een pre-pack precies inhoudt en welke gevolgen dit kan hebben voor werknemers verwijs ik u naar een door ons eerder geschreven artikel ‘Positie van werknemers bij een pre-pack’. Hierin worden enkele gerechtelijke uitspraken betreffende een pre-pack en het wetsvoorstel waarmee pre-pack een wettelijke basis krijgt besproken. Tot nu toe oordeelde de meeste rechters dat bij een pre-pack geen sprake is van overgang van onderneming. Daarover stelt de kantonrechter Almere nu juist prejudiciële vragen.
Met een prejudiciële vraag verzoekt een rechter aan een hogere rechter uitleg van een rechtsregel.
Feiten
In de zaak bij de kantonrechter Almere gaat het om het faillissement en doorstart van Estro Groep. Estro Groep was het grootste kinderopvangbedrijf in Nederland met ongeveer 380 vestigingen en 3600 werknemers. Na het faillissement heeft Smallsteps B.V. ongeveer 250 vestigingen en 2600 werknemers overgenomen. Dit betekent dat zo’n 1000 medewerkers hun baan hebben verloren. De overdracht van Estro Groep aan Smallsteps heeft plaatsgevonden middels een pre-pack. De FNV is samen met een aantal voormalige werknemers een procedure begonnen tegen Smallsteps.
FNV stelt zich op het standpunt dat bij een pre-pack sprake is van een overgang van onderneming. Bij een overgang van onderneming komen alle werknemers van de overgenomen onderneming, met behoud van alle arbeidsvoorwaarden, in dienst bij de overnemende partij, in dit geval Smallsteps. Volgens Smallsteps geldt er geen verplichting tot het overnemen van alle arbeidsovereenkomsten omdat er sprake is van een faillissement. Indien er sprake is van een faillissement zijn de regels rond overgang van onderneming uitgesloten. Dit is geregeld in artikel 7:666 BW.
Beoordeling kantonrechter
De kantonrechter overweegt dat de beschermende bepalingen bij de overgang van onderneming (artikel 7:662 e.v. BW) zijn niet van toepassing bij een overgang van onderneming van een failliete werkgever. De faillissementsprocedure wordt in de praktijk echter veel gebruikt om te reorganiseren. Bij de kantonrechter rijst de vraag of de uitsluiting van die bepalingen in geval een dergelijk faillissement wel richtlijnconform is. De faillissementsprocedure strekt bij een pre-pack immers niet tot liquidatie van de onderneming, terwijl dit vereiste wel uit de richtlijn en jurisprudentie van het HvJ EU lijkt voort te vloeien. Een pure faillissementsprocedure is gericht op liquidatie en vereffening van de onderneming, terwijl een pre-pack is gericht op een doorstart van de levensvatbare bedrijfsonderdelen. Ter vergelijking zijn de bepalingen van overgang voor onderneming ook bij een surseance van betaling, wat ook is gericht op voortzetting van de onderneming, van toepassing.
Dit is voor de kantonrechter aanleiding om prejudiciële vragen te stellen aan het HvJ EU.
De kantonrechter laat zich daarnaast uit over het tijdstip van de overgang van onderneming. Volgens de FNV ligt het tijdstip van de overgang vóór de faillissementsdatum omdat de feitelijke (wils)overeenstemming voor de overdracht tot stand is gekomen. De koopovereenkomst is echter na het faillissement getekend. De kantonrechter oordeelt dat de pre-pack zich buiten het regime van de faillissementswet afspeelt. De overeenkomst komt materieel voor het faillissement tot stand. Na het faillissement rest slechts het formaliseren van de koopovereenkomst. Volgens de kantonrechter heeft de rechter-commissaris zijn toestemming voor het faillissement al gegeven, deze wordt echter na het faillissement geformaliseerd.
Ook wat betreft dit onderdeel ziet de kantonrechter aanleiding tot het stellen van prejudiciële vragen.
Prejudiciële vragen
De kantonrechter stelt de prejudiciële vragen aan het HvJ EU. De kantonrechter wil van het HvJ EU weten of de regel dat de bepalingen van overgang van onderneming niet gelden in het geval van faillissement, ook gelden als het faillissement wordt gebruikt voor een reorganisatie door middel van een pre-pack. Daarnaast wil de kantonrechter van het HvJ EU weten of het tijdstip van de overgang van onderneming wordt bepaald door de feitelijke overeenstemming tot overdracht van vóór het faillissement of wordt dat tijdstip bepaald door het moment waarop de onderneming daadwerkelijk overgaat op de verkrijger.
De zaak tussen FNV en Smallsteps wordt aangehouden totdat het HvJ EU antwoord heeft gegeven op de prejudiciële vragen. Wij zullen u op de hoogte houden van alle belangrijke ontwikkelingen.