Formele vereisten concurrentiebeding:
Concurrentiebeding ex artikel 7:653 BW
In artikel 7:653 lid 1 sub a en b BW is bepaald dat een concurrentiebeding alleen schriftelijk kan worden aangegaan in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd met een werknemer die meerderjarig is. Als er sprake is van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd moet worden beoordeeld of er sprake is van de uitzonderingsbepaling zoals deze is opgenomen in artikel 7:653 lid 2 BW.
Uitgangspunt onder de WWZ is dat een overeengekomen concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet rechtsgeldig is. Reden hiervan moet worden gezocht in het feit dat een werknemer ‘dubbel nadeel’ ondervindt. Een concurrentiebeding werkt belemmerend bij een overstap naar een andere baan en de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd in beginsel van korte duur is.
Uitzonderingsbepaling:
In een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd mag bij uitzondering een concurrentiebeding worden opgenomen als uit de schriftelijke motivering blijkt dat het concurrentiebeding noodzakelijk is vanwege zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen. De afweging moet voor de werknemer kenbaar zijn. Dit houdt in dat de zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen duidelijk moeten zijn omschreven. Duidelijk moet zijn wat de reden is waarom het concurrentiebeding tot een uitzondering op de hoofregel noopt.
Motiveringsplicht:
Wat wordt nu verstaan onder een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang? De wetsgeschiedenis van de WWZ biedt weinig aanknopingspunten. In de literatuur wordt aangenomen dat het wel een ‘zware toets’ betreft gelet op het uitgangspunt dat een concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd in beginsel is verboden. Wat wordt wel in de parlementaire geschiedenis aangegeven? In de parlementaire geschiedenis wordt vermeld dat sprake dient te zijn van specifieke werkzaamheden of een specifieke functie die per geval een afweging en motivering vergt.
Eerste uitspraak concurrentiebeding arbeidsovereenkomst bepaalde tijd
Op 23 juli 2015 heeft de rechtbank Amsterdam zich uitgelaten over een concurrentiebeding die is opgenomen in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd onder de nieuwe wetgeving, Wet Werk en Zekerheid.
De werkgever had in de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd een concurrentiebeding opgenomen en daarbij een motivering waarom het concurrentiebeding noodzakelijk zou zijn. Kortom; aan de formele vereisten zoals hierboven genoemd had de werkgever voldaan.
Echter de werknemer die aan het concurrentiebeding werd gehouden was het niet eens met de inhoud van deze motivering en heeft de zaak aangebracht om het beding inhoudelijk door een rechter te laten toetsen.
De motivering in de arbeidsovereenkomst luidde als volgt:
Zwaarwegende bedrijfsbelangen
heeft zwaarwegende bedrijfsbelangen die het in de arbeidsovereenkomst opnemen van het relatiebeding en concurrentiebeding zoals opgenomen in lid 1 en lid 2 van dit artikel noodzakelijk maken. hecht veel waarde aan opleiding van haar medewerkers, hetgeen betekent dat zij veel tijd in opleiding investeert en hiervoor ook kosten worden gemaakt. Dit geldt in het bijzonder voor de functie van Consultant Banking & Insurance van de medewerker. Verder zal de medewerker in zijn functie van Consultant Banking & Insurance al direct vanaf de aanvang van het dienstverband kennis verwerven van het door opgebouwde netwerk, het marktgebied, de behoeften en de werkwijze van . Gelet op de zeer concurrentiegevoelige detacheringsbranche waarin opereert, bestaat er wegens de bij specifiek verworven kennis en kunde vrees voor benadeling van indien de medewerker na beëindiging van de arbeidsovereenkomst in strijd handelt met het in lid 1 en/of lid 2 van dit artikel opgenomen relatiebeding en/of concurrentiebeding. De bij specifiek verworven kennis en kunde zou door de medewerker immers kunnen worden aangewend om, direct of indirect, concurrerende activiteiten te verrichten.
Oordeel Rechtbank:
De rechter oordeelde dat de bovenstaande motivering onvoldoende concreet is gemaakt en heeft om die reden het concurrentiebeding vernietigd. De rechter kwam tot de deze conclusie op basis van het volgende:
het genoemde ‘opgebouwde netwerk, marktgebied, de behoeften en de werkwijze van werkgever’ is niet nader ingevuld;
een omschrijving welke specifieke kennis en/of (vertrouwelijke) bedrijfsinformatie werknemer bij de specifieke functie consulting banking & insurance bij deze werkgever zal verwerven die beschermd moet worden door het concurrentiebeding ontbreekt;
in deze specifieke zaak is tevens van belang dat de werkgever een detacheringsbureau is en dat haar werknemers bij verschillende opdrachtgevers te werk worden gesteld en feitelijk doorgaans niet bij werkgever zelf werkzaamheden verrichten;
de feitelijke werkzaamheden van de consultant kunnen van geval tot geval verschillen;
de werkgever legde in de motivering de nadruk op de investering in de opleiding van haar medewerkers en ter zitting is nog aangegeven dat zij hen bij zoveel mogelijk opdrachtgevers werkervaring laat opdoen. De rechter vroeg zich daarbij terecht af waarom dit bescherming behoeft in de vorm van een concurrentiebeding en niet in een studiekostenbeding of een geheimhoudingsbeding. De werkgever heeft dit niet nader gemotiveerd.
Conclusie: het concurrentiebeding dient heel specifiek te worden gemotiveerd per werknemer en per functie en daarbij moeten alle omstandigheden van het geval in worden meegenomen.
Voor vragen op het gebied van arbeidsrecht kunt u contact opnemen met Advocatenkantoor Bloem: 070-8200383 of via gb@advocatenkantoorbloem.nl
Bron: ECLI:NL:RBAMS:2015:4864